Windturbines op Brusselse toren-gebouwen

Gemeten windsnelheden op vier Brusselse torengebouwen zijn vergelijkbaar met die van de Belgische kust op een tiental meter boven de grond. “De tijd is rijp om proefprojecten op te zetten.”

Het potentieel voor kleine en middelgrote windturbines blijkt zeer groot in Brussel. Op de talrijke torengebouwen van de hoofdstad zijn de windsnelheden vergelijkbaar met die van de Belgische kust op een tiental meter boven de grond. “Het plaatsen van een windturbine op een dergelijk gebouw is nu al een aantrekkelijke investering.”

Dat is het onverwachte resultaat van een haalbaarheidsstudie uitgevoerd op verschillende plaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) onder de leiding van Prof. dr. Mark Runacres van de VUB, Faculteit Ingenieurswetenschappen.

De studie gebeurde in opdracht van het Brussels ministerie van Energie en werd uitgevoerd door de Vrije Universiteit Brussel, de Université Libre de Bruxelles en 3E.

Van de vier bestudeerde sites biedt The Hotel de beste windomstandigheden. De windsnelheid bedraagt er gemiddeld 5,6m/s op 7 meter boven het dak van de 96 meter hoge toren. In een vroegere studie van de Manhattantoren in de Noordwijk werden vergelijkbare windsnelheden gemeten.

Op de drie andere sites bedraagt de windsnelheid respectievelijk 4,4m/s voor de Elia-site (op 59m boven de grond), 4,0m/s voor de Solboschcampus van de ULB (op 9m boven het dak van een 32m hoog gebouw) en 3,8m/s voor de Haven van Brussel (Redersplein, op 12m boven de grond).

De studie gaat nog verder. Ze toont aan dat het rendabel kan zijn om een windturbine te plaatsen in het BHG en dat de haalbaarheid van zo’n project vooral afhangt van de windsnelheden en financiële voorwaarden en minder van andere parameters.

Het gaat hier om zogenaamde “kleine” windturbines met een ashoogte tot 15 m en een maximaal vermogen van 10 kW.

Op hoogbouw is de rendabiliteit volgens de huidige omstandigheden nu al zeer goed, vooral voor kmo’s. Indien de installatie zonder hijskraan kan gebeuren, is de dynamische terugverdientijd minder dan 7 jaar voor de beste horizontale as-windturbines op de markt. Voor de andere sites blijken de middelgrote windturbines momenteel interessanter. Terwijl de windsnelheid specifiek is voor een site, kunnen de financiële voorwaarden uiteraard mettertijd evolueren.

Ook andere aspecten werden bestudeerd, zoals de invloed van kleine windturbines op de veiligheid, de aansluiting op het elektriciteitsnet, de geluidshinder, de slagschaduw, het luchtverkeer, maar ook de impact op de biodiversiteit.

Deze parameters hebben in het algemeen een beperkte invloed op de haalbaarheid van een windenergieproject in het BHG. Er zijn dus a priori geen grote problemen te verwachten.

Ook het luchtverkeer hoeft volgens de studie niets te vrezen zolang de windturbines niet hoger zijn dan de hoogste obstakels in hun omgeving. Natuurlijk moet elke locatie op voorhand aan een haalbaarheidsstudie onderworpen worden. “De tijd is rijp om proefprojecten op te zetten.” << (Bert Belmans)

ACHTERGROND
De windomstandigheden in Brussel zijn complex en weinig bekend. Bovendien is de markt van de kleine windturbines – die het meest geschikt zijn voor toepassingen in de stad – in volle ontwikkeling.

Daarom heeft Evelyne Huytebroeck, Brussels Minister voor Energie via haar administratie Leefmilieu Brussel – BIM een studie van windmetingen en de technische en economische haalbaarheid van de installatie van kleine windturbines op verschillende sites in het Gewest laten uitvoeren.

Voor deze sites werd een raming gemaakt van de jaarlijkse elektriciteitsproductie van verschillende types windturbines: drie ”kleine” windturbines, waarvan één van 1kW met verticale as en twee met horizontale as van 3,5 en 7,5kW en twee “middelgrote” van elk 100kW met horizontale as. De metingen vonden plaats over een periode van ongeveer een jaar waarna een langetermijnmodel op 20 jaar werd opgesteld.

(bron: Engineeringnet.be)